MR

Wat is de MR?

Op elke school worden voortdurend beslissingen genomen. Beslissingen die te maken hebben met het onderwijs dat wordt gegeven of beslissingen die te maken hebben met de school zelf. Het ministerie van OCW vindt het belangrijk dat alle betrokkenen hierover zoveel mogelijk kunnen meepraten. Daarom beschikken scholen over een Medezeggenschapsraad. Besluiten die de directie (en/of het schoolbestuur) neemt, worden voorgelegd aan de MR.
Sinds 1981 bestaat er een wettelijke regeling voor de medezeggenschap in het onderwijs: de Wet Medezeggenschap Onderwijs (WMO). Deze wet is in 1992 geactualiseerd.

Wat zijn de taken?

Besluiten die de directie (en/of bestuur) wil nemen, worden voorgelegd aan de Medezeggenschapsraad. Op zijn beurt kan de Medezeggenschapsraad elk standpunt dat zij heeft te allen tijde kenbaar maken aan de directie (of het bestuur).
De Medezeggenschapsraad overlegt met de directie (en het schoolbestuur) over onderwerpen zoals:

  • Verbetering van het onderwijs;
  • Het kiezen van leermethodes;
  • Personeelsbezetting (vacatures, stageplaatsen, scholing leerkrachten en groepsformatie);
  • Het schoolplan;
  • De besteding van geld en gebouwen;
  • Het vaststellen van vakanties en vrije dagen;
  • Communicatie en betrokkenheid naar ouders/verzorgers;
  • Individuele leerlingenbegeleiding en –zorg;
  • Veiligheid (in en rond de school).

Wat zijn de bevoegdheden?

De Wet Medezeggenschap Onderwijs (WMO) onderscheidt een drietal algemene rechten voor de MR:

  • Informatierecht
    Het informatierecht houdt in dat het bevoegd gezag (bestuur, bovenschoolmanagement en directie) de MR alle inlichtingen, die hij/zij voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijze nodig heeft, tijdig verstrekt. Het bevoegd gezag moet dit ongevraagd doen, maar moet ook op verzoeken van de MR ingaan.
  • Recht op overleg
    Het recht op overleg houd in dat de MR ten minste twee keer per jaar door het bevoegd gezag in de gelegenheid wordt gesteld de algemene gang van zaken in de school te bespreken. Het bevoegd gezag en de MR komen ook bijeen indien daarom onder opgave van redenen door een van de partijen wordt verzocht.
  • Initiatiefrecht
    Het initiatiefrecht betekent dat de MR bevoegd is tot bespreking van alle aangelegenheden die de school betreffen. Bovendien mag de MR daarover aan het bevoegd gezag voorstellen doen en standpunten kenbaar maken.

Daarnaast heeft de MR de volgende bijzondere bevoegdheden:

  • Instemmingsrecht
    Het instemmingsrecht wil zeggen dat voor bepaalde in het reglement van de MR genoemde besluiten het bevoegd gezag vooraf instemming van de MR nodig heeft. Het bevoegd gezag mag het besluit niet uitvoeren als deze instemming ontbreekt.
  • Adviesrecht
    Bij adviesrecht gaat het erom dat bij een aantal in het reglement vastgelegde aangelegenheden het bevoegd gezag advies moet vragen aan de MR. Bijvoorbeeld over fusieplannen of over het aanstellen van een nieuwe directeur. Het bevoegd gezag mag een advies beargumenteerd naast zich neerleggen.

 

Deze website is gerealiseerd door Heutink ICT